Nieuw boek uit

Nieuw boek uit
4321 vragen aan 123 kunstenaars

Interview met Veronika Pot



Interview met Veronika Pot, Antwerpen, januari 16.

Samenhangend, doch onsamenhangend… 

 Hilde Van Canneyt: Beste Veronika, je gaat analoog te werk met oude camera’s die je nog liefst van al op een rommelmarkt hebt gevonden. Daarnaast werk je met een zelfgemaakte pinhole camera – een soort camera obscura – wat ervoor zorgt dat je een langere belichtingstijd nodig hebt en foto’s minder scherp uit de bus komen.
Heeft de digitale camera je hart nooit kunnen veroveren?

Veronika Pot: Na een omweg waarbij ik gebruik maakte van andere media, ben ik opnieuw bij fotografie terechtgekomen. Op dat moment had ik me net een digitale camera aangeschaft, maar ik voelde dat dit niet mijn beeldentaal was. Ik heb dat toestel snel weer verkocht en heb me met dat geld een analoge 6x6 TLR-camera aangemeten. Het voelde als thuiskomen en niet lang daarna ontwikkelde ik mijn filmpjes zelf in de donkere kamer.
Het gebruik van een eigen camera obscura is het gevolg van het feit dat ik met het beeld Les Bergers d’ Arcadie van Nicolas Poussin bezig was. Toen dat meer vorm kreeg, voelde ik dat ik beelden wilde maken die zijn tijd moesten krijgen om zich te vormen. Met mijn gewone analoge camera kreeg ik niet het resultaat dat ik voor ogen had. Daarom maakte ik van een koffieblik en fotopapier zo’n pinhole camera. Aangezien daar geen viewfinder en diafragma in is verwerkt, krijg je nog minder ‘zicht’ op wat er op het beeld wordt gevormd, alsook langere belichtingen. Dat maakt fotograferen interessant voor mij.

Jaren terug maakte je installaties van leem, hout en stro. Wat trok je aan in die materialen?

Vroeger vormde ik een kunstenaarsduo met Els Dietvorst. We werkten graag met die oermaterialen, omdat het zuiver ademende grondstoffen zijn. We creëerden vaak bukkende mensen die aan het graven waren. Alsof ze iets in de grond aan het planten waren of iemand aan het begraven waren. Meestal produceerden we onze installaties in situ.

Vervolgens maakte je de overstap naar video. Je betrachtte met je filmpjes ‘in de psyche te boren’. Hoe probeerde je dat te veruitwendigen naar de kijker toe?

Na die installaties koesterde ik de behoefte om thuis video’s te creëren. Na jaren in stilte in mijn hol thuis te creëren, vond ik het eindelijk tijd om een eerste kleine expo te organiseren. Ik presenteerde drie video’s op verschillende schermen en ik voelde dat het iets losmaakte bij het publiek: https://www.youtube.com/user/Veronikapot

Waarom kon video je na verloop van tijd niet meer bevredigen? Wilde je nog meer naar de essentie graven? Je zou namelijk kunnen verwachten dat iemand eerder overgaat van een stilstaand beeld naar video, ‘net om méér te kunnen vertellen’. In een foto moet alles in één beeld gecomprimeerd zijn.

Ik vond video juist te verhalend. Ik denk dat het als een overgangsfase van sculptuur naar fotografie beschouwd kon worden. Ik begon mijn filmpjes te posten op mijn blog The unfortunate traveler. De blog evolueerde al snel naar foto’s van een imaginair iemand die reist en dat telkens met een tekstje erbij.


Terug naar de fotografie: Je fotografeert bijna dagelijks en je hebt altijd enkele toestellen op zak. Waarom?

Als ik te veel met eenzelfde toestel zou fotograferen, zou ik me beginnen vervelen. Steeds met één camera werken, zou als het ware tot een automatisme leiden. Ondertussen heb ik veel toestellen en ondanks het gedoe – ik ken niet elk toestel even goed – brengt het me in een soort focus. Daardoor moet ik me nog harder inspannen om te kijken, wat een grotere uitdaging is. Ik vind het boeiend dat ik door verschillende kijkgaten kan kijken. Ik ben bang dat als ik met één toestel zou beginnen werken, ik me niet meer getriggerd zou voelen en in een systeem zou vervallen.

Hangt er ook altijd een toestel rond je nek bij de ochtendwandeling naar de bakker?

Dat niet, nee. (lacht)

Je fotografeert wat er zich tussen het hoofd en de buik afspeelt en je wilt tonen dat mislukkingen even belangrijk zijn als ‘lukkingen’.

Die mislukkingen breng ik soms zelfs bewust aan. Dat doe ik zeker in mijn laatste reeks Okay You’re Safe Now, waar ik herinneringen wil ‘vervagen’. Echter wens ik daarin de coördinatie zelf terug in handen te nemen. Als het een toevalligheid is, heb je daar geen controle over.

Hoe bepaal je ‘wat’ je gebruikt uit de overvloed aan beelden die je hebt gefotografeerd?

Dat is een organisch proces, dat zich laat leiden door het geheel der delen, maar het is bovenal een proces dat zich in mijn hoofd afspeelt.



Ondertussen heb je de drie luiken van de reeks Arcadië, het utopische land uit de Griekse oudheid op drie verschillende locaties tentoongesteld.
Life in the woods (2011-2012), het 1e luik van Arcadië, was een zoektocht naar de perfecte wereld van schoonheid en geluk. Sofie Crabbé omschreef het als: “Met haar kleine camera obscura ging Pot op zoek naar dubbelzinnige beelden die zowel het idyllische als de aanwezigheid van gevaar en de bijhorende onderhuidse spanning in zich droegen. Zonde en verderf waren nooit ver weg. “
Hoe concretiseerde je dat?

In het werk van Les Bergers d’Arcadie zie je dezelfde dubbelzinnigheid van gevaar en dood. Die sfeer wilde ik eveneens weergeven. Door met mijn camera obscura te werken, kreeg ik als het ware een negatieve spiegel van de werkelijkheid. Die foto’s ontwikkelde ik en de resultaten daarvan heb ik opnieuw gefotografeerd. Zodoende verkreeg ik een negatief dat ik kon uitvergroten.

Daarna kwam het 2e luik van Arcadië, The life in Us (2012-2013), een reeks die een heel eigen thema en beeldtaal suggereren. Het lijken portretten, maar er is meer in het spel… Visueel zijn het niet zo’n aangename beelden om naar te kijken. De portretten stralen immers iets donkers en beangstigends uit…

Weliswaar hoop ik dat de kijker door zijn eigen referentiekader aanvoelt dat het universele portretten zijn. Ik vroeg mij af hoe de bewoners van Arcadië er uit zouden zien. Wat is het Arcadië van elk mens? Zo begon ik plastieken speelgoedfiguurtjes te kopen op rommelmarkten. Van de interessantste gezichten maakte ik vervolgens macro-opnames. Op de expo hingen 24 portretten en voor elk opgehangen portret was nog eens een kijkdoos geplaatst. Elke kijkdoos vormde als het ware de weergave van hun persoonlijke Arcadië. Wanneer je op een knopje drukte, zag je in die kijkdoos een kleine foto van een landschap, een geliefde, een kind, familie… Ik vroeg me bij elk portret af wat eigenlijk eenieders verlangen was… Toen Marc Ruyters - hoofdredacteur van het tijdschrift H ART - mijn expo bezocht, vergeleek hij de expo met Ellis Island. Volgens hem waren het mensen die op zoek zijn naar het intieme geluk… 

Ik las dat The Transformation (2013-2014), het 3e luik van Arcadië, de apotheose is van het drieluik. Je zou kunnen zeggen dat het wederom droombeelden zijn, die een sterke link vertonen met je eerste reeks.
Chantal Pattyn schreef over die reeks: ‘Arcadië leek definitief verdwenen, alleen het idee bleef over: een wereld na de Apocalyps, na de drama, alleen een gevoel van weemoed blijft over.’ Jijzelf omschreef het als het vastleggen van kantelmomenten, twijfelmomenten van mooi naar lelijk, van veilig naar gevaarlijk, van licht naar donker. Opmerkelijk is dat we hier ook foto’s in kleur mogen ontwaren.
Merkte je dat de reeks nog niet was afgerond?

Ik functioneer het best als ik in reeksen of concepten denk. Inhoud is heel belangrijk voor mij. Ik voelde dat ik die kantelmomenten wilde ‘uitbeelden’. Ik fotografeer veel natuurlijk, maar uiteindelijk komen alle beelden bijeen in de keuzes die ik maak voor een project. Het zijn beelden die in eerste instantie niet bij elkaar lijken te horen en ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hebben, maar uiteindelijk toch samenkomen.


Wilde je per se een derde luik maken? Kan je An sich alle ‘intrigerende’ of ‘goede’ foto’s onder de noemer van een reeks kwijt?

Wel, mijn Arcadiëverhaal bestond voor mij altijd al uit een drieluik, maar de keuze om bepaalde beelden te fotograferen, gebeurt toch in mijn onderbewustzijn, denk ik. Daarnaast wilde ik bewust een ‘eindpunt’ voor mijn Arcadië-reeks. Wel heb ik die ‘noemer’ van een reeks nodig. Waarom ik in mijn laatste reeks The Transformation met kleur ben beginnen te werken? Ik wilde overwegen hoe Arcadië zich manifesteerde als we het in kleur zien. Ik wilde doorbreken dat een kleur- of zwart/witbeeld evenwaardig zijn en zowel positief als negatief kunnen worden ervaren. In de Paardenstallen van Kortrijk heb ik deze reeks integraal mogen tonen. Hoewel elk beeld een autonoom geheel vormt, heb ik de foto’s bij de installatie in clusters opgehangen. Het was de bedoeling dat de toeschouwer eigen associaties kon leggen. Die expo is daarna in een andere opstelling verhuisd naar de Ingrid Deuss Gallery in Antwerpen. Ook daar kreeg ik de feedback dat de mensen zich tot mijn beelden voelden aangetrokken.

Je beelden lijken a neverending story van tijdloze en plaatsloze beelden waarin je je kan verliezen… We voelen ons aangetrokken tot je beelden: van het onderwerp, over de compositie, tot de samenloop van de kleuren… Je foto’s lijken over ‘het grote niets’ en tegelijkertijd over ‘alles’ te gaan…

Dat is de bedoeling. Ik antwoord liever niet op de vraag waar mijn beelden zijn gefotografeerd. In mijn hoofd staan ze volledig los van plaats, tijd en ruimte. 


Je bent op zich 100% vrij in wat of hoe je fotografeert, alsook in hoe je je foto’s naar de kijker presenteert. Je kan zo breed en ver gaan als je wilt… Het lijkt me sowieso vrij werk wat je maakt. Die reeksen kunnen eerder worden opgevat als een psychologische of conceptuele kapstok om niet verloren te lopen in je beelden, denk ik.
Vanaf 19 maart 2016 kunnen we in de Ingrid Deuss Gallery je nieuw werk gaan bekijken, dat gepresenteerd zal worden onder de noemer Okay You’re Safe Now. Zal de kijker nieuwe elementen in het werk van Veronika Pot ontwaren? Ik heb namelijk de indruk dat de ene reeks in de andere overloopt en de beelden zich door elkaar heen ontwikkelen. Bovendien zijn de onderwerpen alweer heel verscheiden.

Ik wilde het in dit werk over het geheugen hebben. In dit nieuw project zijn de beelden toch ietsje explicieter, ruwer, minder zacht en dromerig… Voor mij is dat een andere beeldentaal dan in de vorige reeks. Het gaat over een tussengebied, een onzichtbare plek in het hoofd waar herinneringen worden opgeslagen en terug naar boven worden gerakeld. Die herinneringen eroderen na verloop van tijd, omdat dingen vervagen, te lang geleden zijn of omdat er nieuwe gebeurtenissen de oude wegduwen. Zij vervormen wat we initieel in gedachten hadden… Zo kunnen foto’s die we later terugzien niet meer weergeven wat we in gedachten hadden. Alsof onze herinnering ons lijkt te bedriegen. Ik probeer een iconografisch beeld te maken van wat in een geheugen zou kunnen zitten.
Door eerst op de beelden te krassen en dit vervolgens te fotograferen, kom ik tot beelden die zogezegd met de tijd zijn uitgewist. Het zijn als het ware gelaagdheden die geknipt worden uit idyllische beelden of ‘stukken’ die uit het geheugen zijn gevaagd... Het fijne is dat ook hier iedereen een andere beleving heeft bij het bekijken van de foto’s…

Jouw betrachting blijft om iets los te weken bij ons… Zou je jouw foto’s onder de noemer sfeerfoto’s kunnen plaatsen? Poëzie en schoonheid zijn ongetwijfeld sleutelwoorden in je praktijk.

Het zou fijn zijn, mocht iedereen zelf een beetje veranderen door mijn foto’s. De titel Okay You’re Safe Now doet ons net nadenken over: “ Is dat écht wel zo?” Net als de ambiguïteit van onze herinnering. Ik vind het moeilijker om naar schoonheid op zoek te gaan, maar ik dwing mezelf er wel toe om de donkerte te zien, want je hebt beide nodig. Ik besef wel dat sommige beelden onder de noemer ‘mooi’ kunnen worden geplaatst en dat bepaalde mensen dat ook zo ervaren.

Zoek jij schoonheid voor ons?

Mijn werk gaat niet over ‘mij’, maar ik wil wel universele beelden maken die schoonheid kunnen bieden.

Tot slot: voel je je fotograaf of kunstenaar?

Dat is een moeilijke. Wat denk jij?

Je hebt een opleiding grafiek gevolgd, erna werkte je sculpturen uit en daarna video’s… Je foto’s ogen eveneens heel plastisch, zijn gelaagd en lijken van ver soms op schilderijen. Het is totaal geen ‘plat’ beeld dat je ons voorschotelt. Ik vermoed toch dat jij met het oog van een kunstenaar kijkt. Dan heb ik het nog niet over het feit dat praten over je werk je niet zo makkelijk lijkt. Namelijk kan je er zelf de vinger niet op leggen en dat beschouw ik als een positief gegeven… Na ons gesprek zijn je foto’s voor mij nog altijd onontgonnen terrein, waar ik meer van wil zien!

Dank je wel Hilde!

Hilde Van Canneyt

Veronika Pot stelt tentoon

March 19 - April 30, Ingrid Deuss gallery, Provinciestraat 11, 2018 Antwerpen.

http://www.ingriddeussgallery.com/
http://www.veronikapot.com/

foto: Thys De Lange


statcounter