Nieuw boek uit

Nieuw boek uit
4321 vragen aan 123 kunstenaars

Interview met Hester Scheurwater



Interview met Hester Scheurwater (NL 1971), zomer 2014 



HVC: Hester, jij ziet jezelf niet als een fotograaf. Foto’s zijn soms gewoon het eerlijkst om jouw verhaal – zoals je onderzoek naar de vrouw als lustobject - te vertellen. Voor je bekend werd om de kiekjes van jezelf, had je ook al een carrière opgebouwd met je films, performances, multimedia en installaties.

HS: Na de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, ben ik naar de Vrije Academie in Den Haag gegaan waar Frans Zwartjes, de vader van de Nederlandse experimentele film, mijn begeleider was. Onder zijn begeleiding ben ik gestart met het maken van videoperformances, waarbij ik bepaalde emoties wilde vergroten en versterken middels performance, installaties en projecties. Ik maakte video’s alsof ik een schilder was: mijn studio en toebehoren als mijn schilderspalet. In de laatste vijf jaar heeft video plaatsgemaakt voor fotografie en doe ik fotoperformance: mijn studio/huis/privéomgeving is nog steeds mijn palet.

HVC: Je ziet jezelf in de traditie van het portret: in de pose én in de traditie waarin kunstenaressen zich bezighielden met de perceptie van vrouwelijkheid.

HS: Mijn werk heeft raakvlakken met Manet, Schiele, Klimt en dergerlijke, maar ook met Tichý en Mapplethorpe. Ik voel me verwant met werk van kunstenaars zoals Abramović, Woodman, Export, Schneemann, Krystufec enzovoort. Vrouwen die door de tijd heen bewust hun lichaam in de strijd hebben gegooid. 




HVC: Je trekt de laatste jaren bewust foto’s van jezelf, vooral in de intieme slaap-, bad- en woonkamersfeer, liefst met glamoureuze attributen als extra trigger. Het zijn comfortabele plaatsen en poses voor jou, minder comfortabel voor de kijker. Je wat slordige kiekjes zijn expliciet, rauw en provocatief. Je beelden zijn voor jou een soort spiegel voor het voyeurisme en voor de foute (commerciële) seks die we dagelijks voorgeschoteld krijgen op tv en via de sociale media. Je wilt daarom een fysieke waarheid tonen, omdat er een ‘over the top’ geperfectioneerd en geseksualiseerd beeld van het vrouwenlichaam wordt voorgesteld. 
Je probeert eraan te voldoen, maar je weet dat je de competitie niet aankan, dat je nooit kan voldoen aan dat beeld.

HS: Mijn gespiegelde fantasie-zelfportretten zijn een ‘shooting back’, een antwoord - of vraag - op de gladgestreken commerciële leugenachtige mediabeelden, die door veel mensen voor lief worden genomen. Door heel persoonlijk en privé die beelden te herkauwen, uit te spugen en door rauw te spiegelen wat die nepbeelden oproepen - zonder franjes, zonder tussenlaag en door die beelden weer in publiek domein terug te plaatsen - probeer ik vraagtekens te zetten bij wat we in de publieke ruimte als ‘normaal’ beschouwen. De gladgestreken normen en waarden die in die mediabeelden zitten hebben een zekere afstand tot de kijker, in tegenstelling tot mijn beelden.

HVC: Je zoekt de grens op tussen wat in de intimiteit gebeurt versus wat in de ‘public space’ gebeurt. Je werk is alleen maar autobiografisch in symbolische zin. Het zijn vooral hints naar hoe het vrouwenlichaam in overexposure door de maatschappij wordt bekeken.

HS: Bij de overexposure van het vrouwenlichaam worden nauwelijks nog vraagtekens gezet. Het wordt als normaal beschouwd. De laatste tijd zie ik wel een tendens van berichten of posts van vrouwen die in opstand komen. Dit door het posten van foto’s die ‘out of the box’ zijn: normale, ‘dikke’ buiken in bikini, een okselhaarpost of iets dergelijks en die dat als statement presenteren.






HVC: Je onderzoekt je eigen fysiek, zonder limieten en accepteert elk mogelijk aspect van je lichamelijkheid en je présence en dit in letterlijke en figuurlijke onhandigheden, tezamen met de bijhorende (lichaams)mankementen. Je onderzoekt je eigen limieten aan de hand van fantasie-zelfbeelden. Je ziet het als een visueel dagboek over je seksuele kracht, over je fantasieën als seksobject. Je wilt terugvechten met je wilde seksuele kracht. Vrouwenpower tonen. Maar je bent méér dan gewoon een feministe, vermoed ik.

HS: Ik heb geen idee wat ‘meer dan gewoon een feministe’ is, maar het klinkt goed. Dank je! Mijn werk wordt geplaatst in de feministische traditie en terecht. Maar feminisme is geen doel op zich binnen mijn werk. Ik denk niet: “Ziezo, vandaag ga ik eens een feministisch werk maken.” Mijn werk maakt zichtbaar dat er vandaag de dag nog steeds vanuit vastgeroeste denkbeelden naar beeldende kunst van vrouwen wordt gekeken. Het lijkt of er zowel in de beoordeling (veroordeling?) als bij de ontvangst en het bekijken van de kunst, weinig veranderd is. Al heel snel worden woorden gebruikt als kwetsbaar, vrouwelijk, lichamelijkheid en vrouwelijke seksualiteit, en wordt het werk besproken vanuit een slachtofferrol. Hoe vaak praten we zo over mannelijke kunstenaars die zichzelf als onderwerp hebben? Over hun mannelijkheid, hun lichamelijkheid, hun kwetsbaarheid en mannelijke seksualiteit, dat ze moedig zijn en hun lichaam in de strijd gooien? Natuurlijk is daar een geschiedenis aan voorafgegaan en begrijp ik het als je het bekijkt vanuit het perspectief van de relatief korte vrouwenkunst-geschiedenis. Maar ik hang de vlag uit op de dag dat het verandert! Mijn werk is ontstaan vanuit een kracht die ik zelf nauwelijks kan benoemen. Ja, het gaat over seks. Ja, het refereert aan de pornopose: het is rauw, in your face, het is privé en fantasie, maar juist ook heel publiek. Het is het beeld dat we vaak op ons eigen netvlies hebben staan: het is kunst, het is pose, het is reflectie. Dat dit werk gemaakt is door een vrouw, roept andere reacties op dan wanneer het door een man is gemaakt. Dat is jammer en dat moet eens gedaan zijn! 




HVC: Het waarom van daar zélf bijna in je blootje op een foto te staan – om het met woorden van anderen te zeggen – is omdat je gewoon jezelf als onderwerp altijd bij hebt. Geen gedoe met modellen.

HS: Ik denk niet dat het ‘bloot’ in mijn foto’s de controverse oproept. Als ik liefelijk in schattige pose in een soft focus of in een onstabiele pose, één been opgetrokken, één schouder omlaag, onschuldig met blote tepel en bosje schaamhaar dromerig naar de camera had geglimlacht, was er niets aan de hand geweest. Maar dat doe ik niet. Ik keer mezelf binnenstebuiten en leg dat vast, zonder restricties, schaamteloos en zonder taboe. Dat is de noodzaak van de zelfportretten; daarom moet ik het zelf doen. En ik gebruik geen modellen.






HVC: Maar stiekem ben je toch een beetje exhibitionistisch, zeg je. Het woord erotisch daarentegen, vind je niet mooi klinken.

HS: Erotiek vind ik persoonlijk een te soft woord. Er zijn woorden waar je een hekel aan kunt hebben; bij mij is dat het woord erotiek. In het woord erotiek zit geen seks, ik krijg er associaties bij van liefelijke, schattige naaktposes. Maar ik geef toe, dat is mijn persoonlijke interpretatie.

HVC: Social media versus Hester Scheurwater: Facebook is daarin je stokpaardje. Facebook is looking and being looked at, een stad die nooit slaapt, zeg je. Máár, toch met een sociale controle en eigen regels: er mag amper een tiet te zien zijn. Met ‘My Daily Uploads’ wilde je die grenzen van sociale media testen. Maar controverse is er alleen maar in het oog van de kijker, zeg je.

HS: De hierbovenstaande tekst gaat over een ongoing Facebookexperiment van vijf jaar geleden, toen Facebook net een groter publiek kreeg en toen nog niet geheel duidelijk was wat wel en wat niet mocht en waar en hoe je dat kon regelen, checken, managen. Voor mij was Facebook een platform waar iedereen bezig was met exhibitionisme en voyeurisme, want hoe raar is het om op een podium met publiek te vertellen dat je koffie drinkt in een café om de hoek. Ik wilde daar iets mee doen en zag dat podium, het online social platform, als de publieke ruimte. Ik ben begonnen met mijn gespiegelde zelfportretten in deze publieke ruimte ‘terug te spugen’: ‘shooting back’. Het bleek niet alleen een platform voor exhibitionisme en voyeurisme, maar ook een platform van sociale controle en de macht van de minderheid, en precies die controverse ‘in the eye of the beholder’, daar ging het om, de beholder met macht, want bij één report moet Facebook al actie ondernemen en kunnen ze je account - toen nog onaangekondigd - afsluiten. Heel wonderlijk. Nu is Facebook al lang niet meer het enige platform om mijn werk te tonen, eerder om het aan te kondigen. 






HVC: Je hebt jezelf een tijdje afgevraagd of je (nog) wel kunst aan het maken was… Waarom?

HS: Ik ben kunstenaar in hart en nieren, al van jongs af aan. Ik heb nooit getwijfeld aan mijn kunstenaarschap, wel aan mijn methode. Met mijn videowerk presenteerde ik pas het eindresultaat na maanden monteren in de galerie of in een bioscoop. Bij ‘My Daily Uploads’ deed ik iedere dag een upload, op het moment zelf, waardoor ik soms twijfelde aan de kwaliteit van een onderdeel. Sommige foto’s waren achteraf gezien misschien niet het uploaden waard. Maar het ging om het proces en de context en het onderzoeken van dat privé-/publieke terrein. Het ging me minder om ieder afzonderlijk beeld.

HVC: Hoe bouw je meestal jouw expo’s op? Het is toch een ander gegeven: de (meerwaarde)kijker moet bewust een drempel over stappen om je werk te bekijken.

HS: Als ik tentoonstellingen maak, gaat het me veel meer om formele aspecten van mijn werk. Dan maak ik wel selecties van de goede en beste foto’s en maak ik een weloverwogen keuze om mijn werk zo sterk mogelijk te presenteren en over te brengen. Zo ook met het maken van boeken en zines.






HVC: Je moet wel een sterke vrouw zijn als je je letterlijk en figuurlijk kwetsbaar durft op te stellen… én al die kritiek weet te verdragen… Terwijl wat je ‘buiten jouw werk’ ziet, véél seksexplicieter is, zeg je. Ik vermoed dat een van je doelen ook discussie losweken is en daar ben je alvast in geslaagd. En je drive is niet te stoppen. Je wilt graag je boodschap verder uitdragen, las ik.

HS: Ik doe wat ik moet doen, het moet gebeuren... De vaak heftige reacties op mijn werk tonen aan dat, wanneer je een laag weghaalt en je als vrouw, model en maker alles in een bent, én het privé-inkijkje en het zelfbeeld publiekelijk inzet, dat mensen daar anders op reageren: niet het werk zelf, maar de maker (ik) wordt moreel of fysiek beoordeeld. Het gaat niet meer om de inhoud. Ook het thema seks blijkt nog lastig, want ‘sex sells’ en seks is een ‘makkelijk’ onderwerp. O ja? Waarom dan? Waarom is seks een makkelijker onderwerp dan bijvoorbeeld ‘bomen’? En waarom zegt men nooit: “Werk jij met ‘bomen’? Dat is makkelijk. Als je als kunstenaar met het thema 'bomen' werkt, moet je je werk wel theoretisch onderbouwen, anders zijn het maar gewoon platte bomen.” Lang leve de dag dat dit soort opmerkingen tot de verleden tijd behoren.

HVC: Hoe zit het tegenwoordig trouwens met de seksuele vrijheid van de vrouw? Zijn we zo vrij als we denken? (Want jij durft ook soms met de ogen van een man te kijken.) Zelf ga je in het gewone leven ook graag overdressed op pad, zeg je …


HS: Seks lijkt nog steeds veel geaccepteerder in het domein van de mannen dan in het domein van de vrouwen. Kijk naar de reacties op mijn werk.

HVC: Wat is je meest absurde fantasie?

 HS: “De gedachten zijn vrij.” Dat heb ik van mijn moeder geleerd. Niets is absurd.




Hilde Van Canneyt, copyright 2014
Foto's: Hester Scheurwater

http://www.hesterscheurwater.com/

Het  interview verscheen ook in de uitgave van 'Une femme est une femme', nav de gelijknamige expo (sept 14) in het PAK in Gistel. (B)   http://www.pakgistel.be/

Hester Scheurwater stelt tentoon: 

statcounter